![](https://primary.jwwb.nl/public/g/r/j/temp-bivfrdjjuiyyjmoyojio/f9d0t7/SS.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=750%2C749%2Cx0%2Cy0%2Csafe&width=405&height=404)
de koppigheidsfase', 'een sterk ikje', 'de scheidingsangst.'
Veel gebruikte begrippen binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Wanneer we het gedrag van kinderen met autisme willen kaderen is het belangrijk om te weten binnen welke fase ze functioneren.
Dit helpt ons om onze verwachtingen af te stemmen en zo zorgen we ervoor dat we ons kind niet overvragen.
Niet reële verwachtingen geven zowel ouders als kinderen een gevoel van angst, stress, onzekerheid, spanning, ...
We merken dat deze ontwikkeling meer tijd vraagt bij kinderen met autisme.
Ze doen langer over een bepaalde fase en/of lijken soms terug te vallen naar jongere fasen.
Neem bijvoorbeeld een kind dat op school goed lijkt te functioneren, aandacht heeft voor leeftijdsgenootjes, beginnende empathie lijkt te ontwikkelen. We stemmen onze verwachtingen misschien af op een kind in fase 4.
Maar thuis heeft hij de constante nabijheid van de ouders nodig en kan hij bijvoorbeeld niet zelfstandig slapen in een eigen kamer of in een andere ruimte vertoeven.
Anton Došen, Nederlands kinderpsychiater, verdeelde de ontwikkeling van een kind van 0-12 onder in 5 verschillende fasen.
- de adaptatiefase
- de socialisatiefase
- de individuatiefase
- de identificatiefase
- de realiteitsbewustwordings fase
Wanneer we meer weten over de sociaal-emotionele ontwikkeling van ons kind, kunnen we milder kijken naar onze kinderen en bepaalde gedragingen plaatsen als 'eigen aan die fase.'
We kunnen als ouder, volwassene, hulpverlener die ontwikkeling van kinderen niet versnellen door te straffen en te belonen.
Wanneer een kind zich nog bevindt in de nabijheidsfase en last heeft van separatieangst, is het naar mijn mening onmogelijk om hem een stickertje te geven elke keer als hij flink de poort binnen wandelt zonder te huilen.
We leren ons kind om zijn 'onveilig' gevoel te negeren en over zijn grens te gaan.
Laten we kijken naar wat onze kinderen kunnen en ons als volwassene aanpassen aan hun noden.
Wat heel vaak gebeurt het nog andersom.
![](https://primary.jwwb.nl/public/g/r/j/temp-bivfrdjjuiyyjmoyojio/mhrg16/eerst.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=818%2C562%2Cx0%2Cy0%2Csafe&width=578&height=397)
De adaptatiefase
Het grote thema van deze fase is homeostase versus disregulatie.
Wat kortweg wil zeggen de constante zoektocht naar rust en balans in het lichaam.
Een belangrijk gegeven is dat je kind niet in staat is om zichzelf te reguleren.
Het is niet: 'Ik heb honger dus ik pak een stukje fruit uit de fruitmand in de keuken.'
Wanneer je kind onrust ervaart in zijn lichaam heeft het de nabijheid van jou als ouder nodig om terug die rust te vinden.
Het samen zijn en samen voelen is hier dus heel belangrijk.
Je zou zelfs kunnen zeggen dat het in deze fase lijkt alsof je de besturing moet overnemen van je kind.
Een kind in deze fase is voornamelijk bezig met het aangeven van die disregulatie en laat dit zien via zijn gedrag.
'Ik ben overprikkeld.' 'Ik ben moe'.
'Ik heb honger' , ...
We kunnen van kinderen binnen deze fase niet te veel verwachten want al hun energie gaat naar die ene hoofdtaak.
Het samen spelen met brussen, zelfstandig huiswerk maken, zichzelf bezig houden, is voor deze kinderen vaak teveel.
Deze fase is binnen de ontwikkeling van Došen gesitueerd binnen de leeftijd van 0 tot 6 maanden.
Die leeftijd, kan heel confronterend zijn wanneer je merkt dat je kind binnen deze fase functioneert.
Sommige hulpverleners kiezen ervoor om de leeftijden niet mee te delen anderen wel.
Ik geef via dit profiel de leeftijden mee omdat er ook hulpverleners, scholen, familie en vrienden meekijken.
De leeftijden kunnen ervoor zorgen dat het makkelijker wordt om je verwachtingen aan te passen. Het is makkelijker of je een beeld te schetsen van een kind binnen die leeftijdscategorie.
Want wat verwacht jij van een kind tussen de 0 en 6 maanden?
Socialisatiefase
In deze tweede fase, van 6 tot 18 maanden, staan nabijheid en samen zijn centraal.
Een kind merkt op dat er meer is en gaat op ontdekking. Maar die grote wereld is soms overweldigend.
Als je kijkt naar de centrale emoties binnen deze fase dan staat angst misschien wel boven aan het lijstje. In deze fase spreken wij bijvoorbeeld ook over de separatieangst.
'Is het daar wel veilig buiten mijn coconnetje?'
Er wordt een hechtingsband opgebouwd met de belangrijke andere.
'Ben jij er voor mij wanneer het fout gaat of te overweldigend is? '
'Kan ik dan bij jou terecht?'
Deze veilige haven is belangrijk voor de rest van de ontwikkeling. Je kan niet leren en ontdekken wanneer je, je niet veilig voelt.
Ook binnen de ontwikkeling van kinderen zonder autisme zien we dat kinderen nood hebben aan die veiligheid zeker bij overweldigende gebeurtenissen of drukke momenten
Na een familiefeest of een drukke schooldag. Bij de Sint en misschien voor en/of na een slaappartijtje.
Het is een heel natuurlijk gegeven dat we nog te vaak als ongewild lastig gedrag zien.
Zeker wanneer dit gedrag gesteld wordt door oudere kinderen.
'Ze plakt heel de tijd rondom mij en volgt me overal.'
'Ik krijg hem niet meer in zijn bed, hij wil bij ons liggen.'
'Straks is ze 18 en slaapt ze nog altijd bij jullie!'
Hoe bied je, je kind nu die veiligheid en die nabijheid?
Veiligheid is voor kinderen met autisme ook te vinden in rituelen. Maar ook het nakomen van een belofte is belangrijk.
'Ik ga in mijn kookpot roeren en kom dan even terug.' Als je ziet dat je kind vertrokken is met zijn spel denk dan niet ik ga nog snel de was insteken.
Het kan onveilig voelen wanneer 'de belangrijke andere'
niet doet wat hij zegt.
Ben je dan wel te vertrouwen?
Zet in op spel en op activiteiten die gericht zijn op het samen zijn.
Wees alert op de initiatieven van je kind. Soms kan je niet alles laten vallen maar biedt hen perspectief over wanneer je er volledig kan zijn voor die samen-tijd.
Doe wat je zegt en zeg wat je doet!
Maak de wereld voorspelbaar en duidelijk maar vooral wees nabij!
![](https://primary.jwwb.nl/public/g/r/j/temp-bivfrdjjuiyyjmoyojio/i3t1pr/twee.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=749%2C515%2Cx0%2Cy0%2Csafe&width=578&height=397)
![](https://primary.jwwb.nl/public/g/r/j/temp-bivfrdjjuiyyjmoyojio/wxj89t/drie.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=745%2C502%2Cx0%2Cy0%2Csafe&width=577&height=389)
Eerste individuatiefase of koppigheidsfase
De fase draait om ikke, ikke, ikke, ....
Het kind heeft zijn veilige haven opgebouwd en ontdekt dat het een persoontje is op zichzelf.
Hij vraagt zich af:
'Wat kan mijn 'ik' nu eigenlijk allemaal?'
Het ik'je gaat op verkenning want die veilige cocon van mama en/of papa is te klein en er is zoveel anders te beleven.
'De wereld is groter en ik ga die verkennen met alle grenzen in begrepen.'
En dat zullen we als ouders geweten hebben.
Kinderen binnen deze fase vertonen vaak testend gedrag.
Ze lijken geobsedeerd door 'controle willen hebben.'
Wanneer jij A zegt zal het voor hen zeker B zijn.
Het is dan onze taak als ouder om liefdevol nabij te blijven.
Het kind voelt dat hij op jullie kan terugvallen wanneer het wat hevig werd op die ontdekkingsreis.
Als ouder is het zoeken naar een balans tussen laten ontdekken en liefdevolle grenzen bieden.
Sta als ouder achter je beslissing. Dat is voor een kind met autisme veiliger dan te moeten raden wanneer mama en/op papa het nu echt meent.
(Binnenkort meer over liefdevolle grenzen)
Het verkennen van de wereld en zijn grenzen vraagt veel van kinderen.
Deze fase is dan ook heel typerend voor zijn woedeuitbarstingen, overweldigende emoties en standvastige eisen.
In deze fase is het zo belangrijk om af te stappen van het straffen en belonen.
Op die manier geven we onze kinderen het gevoel dat hun ikje er niet mag zijn.
Geef hen die controle waar ze naar op zoek zijn.
Laat ze beslissen over zaken in het hier en nu.
Bijvoorbeeld '
Ga je een blauwe of een rode jas aandoen?'
Jij, als ouder, blijft nog altijd wel de kapitein van het team.
Een kind bepaalt niet wanneer het gaat slapen maar wel in welke pyjama of met welke knuffel, ...
Wanneer je hen een keuze op maat geeft krijgen zij het gevoel dat hun ik'je gezien wordt!
Het is belangrijk in deze fase dat jullie gezin zich als een team voelt.
Jij en je partner weten waar de grenzen zijn een helpen elkaar om deze liefdevol te behouden.
Je betrekt je kind en zijn ikje en geeft hem zo het gevoel om deel te zijn van jullie team.
Identificatiefase
Tijdens de indentificatiefase ( 3 tot 7 jaar ) kunnen we spreken over het verder uitgroeien van het ik'je.
Je merkt dat je kind meer een meer een eigen identiteit ontwikkelt.
Het oordeel van jou als ouder is zeer belangrijk.
Je merkt dat er doorheen deze fase ontwikkelt het intern geweten meer en meer.
Tijdens de vorige fasen was jij, als ouder, het geweten van je kind.
Je begint te merken dat je kind stilletjes zijn eigen visie ontwikkelt, wel vaak nog zwart/wit.
Ze zijn zich al wat meer bewust van de anderen rondom hen maar staan toch nog egocentrisch in het leven.
Het is voor hen dus nog niet altijd gemakkelijk , om het perspectief van een ander te zien.
Pas tegen het einde van deze fase kunnen we spreken van een beginnende(!) empathie.
Het is enorm belangrijk om aan je kind dus ook te vertellen wat er bij jou, vanbinnen, gebeurt.
Erken de gevoelens van je kind en leg die van jou er zeker naast.
'Ik voel me angstig wanneer je zomaar bij me wegloopt. Kan je me volgende keer even vertellen waar je naar toe gaat ?'
Je neemt ze mee naar jouw beleving want dat is vaak nog een hele leerschool.
Kinderen in deze fase hebben supporters nodig.
Iemand die hen laat voelen waar hun krachten en talenten liggen.
Maar hoe doen we dat nu zonder te belonen?
Beschrijf wat je ziet:
'Je hebt erg veel tijd gestoken in deze tekening. Zoveel
kleine details en ook je kleuren passen mooi bij elkaar'
Toon interesse:
Je bent hoog geraakt op het klimrek. Welke route heb je genomen om daar te geraken?
![](https://primary.jwwb.nl/public/g/r/j/temp-bivfrdjjuiyyjmoyojio/jfj5kp/vier.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=749%2C524%2Cx0%2Cy0%2Csafe&width=578&height=404)
![](https://primary.jwwb.nl/public/g/r/j/temp-bivfrdjjuiyyjmoyojio/24p5jh/vijg.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=749%2C519%2Cx0%2Cy0%2Csafe&width=577&height=400)
Realiteitsbewustwordingsfase
Deze laatste fase (7 tot 12 jaar) is vooral het verder uitdiepen van wat er in de vorige fasen nog in zijn kinderschoentjes stond.
In de vorige fase zagen we dat het intern geweten zich vormde. Je kind werd zich hier meer van bewust, maar had toch nog de nabijheid van de ouder nodig om zich te gedragen volgens bepaalde waarden en normen.
Binnen deze fase gaan we een stapje verder en spreken we van een geïnternaliseerd geweten.
Wanneer alles goed verloopt zal je zien dat je kind zelfvertrouwen kweekt en voldoende eigenwaarde bezit om tot initiatieven te komen.
Een kind binnen deze fase is meer gericht op de buitenwereld en zal merken dat die buitenwereld ook steeds meer van hen verwacht.
Bij kinderen met autisme is het belangrijk om goed te kijken of ze die vierde en vijfde fase werkelijk hebben ontwikkeld.
Binnen deze twee fasen komt je kind veel in aanraking met leeftijdgenootjes en is het zich steeds meer bewust van de verwachtingen rondom hem.
Kinderen mat autisme zijn goede observeerders en kopieëren vaak het gedrag dat ze opmerken bij leeftijdsgenootjes.
'Je merkt niets van het autisme.'
'Ze is toch gewoon hetzelfde zoals de andere kinderen.'
Dit kopieergedrag maakt dat we ze als omgeving sneller overvragen.
We baseren ons alleen op wat we aan de buitenkant zien.
Het is dus een goede oefening om te kijken,
heeft mijn kind dit echt ontwikkeld of heeft hij dit zichzelf aangeleerd op cognitief vlak?
In dit laatste geval is het dan nog altijd belangrijk om af te stemmen op die jongere fasen.
Je ziet aan de buitenkant wel het grote popje maar je moet een verbinding aangaan met het kleiner popje binnenin.
Reactie plaatsen
Reacties
Knap! Fijn om allemaal te lezen. Is er een opleiding rond? Workshops? Wil dat onder de knie krijgen